Wij hebben voor u een begrippenlijst samengesteld met termen die u als medezeggenschapper tegen kunt komen. Via de letter-navigatie kunt u door de begrippen navigeren.
Inhoudsopgave
A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z
Aandelenkapitaal
- Gestort: het geld dat aandeelhouders letterlijk betaalden voor hun aandelen.
- Geplaatst: het bedrag waarvoor de vennootschap aandelen heeft uitgegeven.
- Maatschappelijk: maximale aandelenkapitaal conform de statuten.
Achtergestelde lening
Een achtergestelde lening is een krediet waarbij de schuldeiser in het geval van faillissement van de schuldenaar wordt achtergesteld: de achtergestelde schuldeiser komt in een faillissement in de volgorde van schuldeisers dus achter de concurrente (dat wil zeggen gewone) schuldeisers, en heeft slechts voorrang ten opzichte van de aandeelhouders, vennoten of inbrengers. Achterstelling kan men bereiken door dit contractueel met elkaar af te spreken.
Activa
De activa zijn de bezittingen van de onderneming. Men vindt de waarde van de activa terug op de linkerzijde (de actiefzijde of debetzijde) van de balans.
Adviesaanvraag
Het document waarmee de bestuurder advies vraagt aan de OR is de adviesaanvraag. Er worden een aantal eisen aan de adviesaanvraag gesteld in art. 25 van de WOR. In de adviesaanvraag staan belangrijke voorgenomen besluiten met betrekking tot de bedrijfsvoering.
Adviesrecht
Voor bepaalde voorgenomen besluiten van de werkgever heeft de OR adviesrecht. Het adviesrecht van de OR is vastgelegd in artikel 25 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR). De ondernemingsraad dient in geval van adviesrecht geraadpleegd te worden door de bestuurder.
Afschrijvingen
Jaarlijkse waardevermindering van de vaste activa. Een afschrijving in bedrijfseconomische zin is het in de boekhouding tot uitdrukking brengen van de waardedaling van een bedrijfsmiddel over een bepaalde periode. Er wordt steeds afschrijving toegepast om de slijtage door het gebruik tot uitdrukking te brengen.
Algemene gang van zaken
De OR heeft het recht om minimaal tweemaal per jaar met de bestuurder de algemene gang van zaken binnen de organisatie te bespreken. Dit recht is geregeld in art. 24 van de WOR. In dit overleg dient de bestuurder inzicht te geven in verwachte initiatieven c.q. beleid dat mogelijk zal leiden tot adviesaanvragen. De WOR vermeld: "De ondernemer doet in dit kader mededeling over besluiten die hij in voorbereiding heeft met betrekking tot de aangelegenheden als bedoeld in de Artikelen 25 en 27."
Ambtelijk secretaris
De ambtelijk secretaris verzorgt voor de ondernemingsraad de secretariële ondersteuning, bewaking van procedures en processen en informatievoorziening. In het overleg met de bestuurder vormt de ambtelijk secretaris een neutrale factor. De ambtelijk secretaris kan voor stabiliteit zorgen bij wisselingen in de OR.
Algemene vergadering van aandeelhouders (AVA)
Juridisch een orgaan van de vennootschap die de onderneming drijft. De vergadering van aandeelhouders van de vennootschap.
[ Terug naar de inhoudsopgave... ]
Balans
De balans geeft een overzicht van de waarde van de bezittingen van een onderneming, te weten de activa en van de bronnen waaruit deze bezittingen zijn gefinancierd, te weten de de passiva. De balans is opgesteld op een bepaald tijdstip en levert altijd een momentopname.
Balanstotaal
Het balanstotaal is de som van alle activa, per definitie gelijk is aan alle passiva. Het balanstotaal geeft een indicatie voor de omvang van de onderneming.
Bedrijfscommissie
De bevoegde bedrijfscommissie, bedoeld in de Artikelen 37, 43 en 46 van de WOR.
Bedrijfsresultaat
Het bedrijfsresultaat is het saldo van de opbrengsten en de kosten uit de gewone bedrijfsvoering. Ook wel operationeel resultaat of exploitatieresultaat genoemd. Dat wil zeggen: zonder financiële kosten, zonder buitengewone baten en lasten, en zonder belastingen.
Begroting
De begroting, ook wel kostenplanning of kostenraming genoemd, is een financieel plan met een lijst van alle geplande uitgaven en inkomsten. Het is een plan voor sparen, lenen en uitgaven.
Benchmarking
Benchmark is een begrip uit de wereld van de kwaliteitsbewaking. De Engelse term benchmark betekent eigenlijk meetspijker, een refentiepunt voor landmeters. Een veel gebruikte definitie is die van Camp (1989): "Benchmarking is systematisch onderzoek naar de prestaties en de onderliggende processen en methoden van een of meer leidende referentie-organisaties op een bepaald gebied, en de vergelijking van de eigen prestaties en werkmethoden met deze "best practice", met het doel om de eigen prestaties te plaatsen en te verbeteren."
Bestuurder
De bestuurder conform de WOR is hij die alleen dan wel te zamen met anderen in een onderneming rechtstreeks de hoogste zeggenschap uitoefent bij de leiding van de arbeid. Zie art. 1 WOR.
Boekjaar
Het jaar waarop de cijfers in de jaarrekening betrekking hebben. Het boekjaar loopt bij de meeste Nederlandse bedrijven vaak van 1 januari tot en met 31 december, maar dit hoeft niet. Veel Amerikaanse bedrijven kennen een afwijkend boekjaar, bijvoorbeeld van 1 juli tot en met 30 juni. Het boekjaar van de meeste Japanse bedrijven loopt van 1 april tot en met 31 maart.
Boekwaarde
De waarde waarvoor activa en passiva op de balans worden vermeld.
Budget
Allocatie van financiële middelen; aan een kostenpost (bijvoorbeeld een afdeling) toegekende hoeveelheid financiële middelen.
[ Terug naar de inhoudsopgave... ]
Cashflow
Cashflow is een term uit de bedrijfseconomie, waarmee het geld dat een organisatie in en uit gaat bedoeld wordt. Als er geld binnenkomt heet dit een positieve cashflow en als er geld de organisatie verlaat is dit een negatieve cashflow. Uit de balans kunt u de cashflow halen als de som van het bedrijfsresultaat en de afschrijvingen.
Coaching
Coaching is een vorm van persoonlijke begeleiding op basis van een gelijkwaardige een-op-een-relatie. De coachee leert, de coach ondersteunt en begeleidt dit leerproces. Binnen het coachingstraject worden de doelen vooraf bepaald. Doel van de coaching is het vergroten van de persoonlijke effectiviteit van de coachee. Coaching van groepen is echter ook mogelijk. De coach zoekt dan naar collectieve patronen in gedrag en denken in de groep.
Competentiemanagement
Activiteit die deel uitmaakt van het strategisch (human resource) management, waarbij de organisatie tracht de competenties te ontwikkelen en te behouden om een competitief voordeel te bewerkstelligen en te behouden. De organisatie kan competenties verkrijgen door eigen ontwikkeling (bijv. opleiden, loopbaanmanagement, management development en R&D), inkopen (bijv. het kopen van patenten) of inhuren (bijv. via een adviesbureau) van competenties en samenwerking met andere partijen (allianties).
Consolideren
Consolidatie of financiële consolidatie is de boekhoudtechniek om de resultaten van moeder- en dochtervennootschappen bij elkaar te voegen, zodat een groep een resultatenrekening en balans krijgt alsof ze een vennootschap is. Hiermee ontstaat inzicht in de omvang en samenstelling van het vermogen van het geheel, en specifiek inzicht in de grootte van de baten en lasten van ieder onderdeel.
Corporate finance
Dit is de primaire taak van de treasury die bestaat uit het financieren van een onderneming op lange termijn. De treasury zal binnen de onderneming moeten opereren vanuit het oogpunt van de vermogensmarkt waar men het kapitaal moet aantrekken. De treasury zorgt ervoor dat de onderneming financierbaar blijft voor de vermogensmarkt. Er is een spanningsveld tussen het rendement en het risico van een financieringsstrategie. Corporate finance is de Engelse term voor ondernemingsfinanciering.
Corporate governance
Corporate governance is het systeem waarbij ondernemingen worden geleid en gecontroleerd (Cadbury Committee, 1992). Het betreft het geheel van relaties tussen het management van een onderneming, haar bestuurders, haar aandeelhouders en andere belanghebbenden. Belangrijk is het voorkomen of verminderen van het conflict van belangen van stakeholders.
Crediteuren
Leveranciers die op basis van levering een vordering op de onderneming hebben. In de balans van de onderneming komt het totaal van de op rekening gekochte goederen en diensten terug in de post crediteuren. Het gaat dus om nog niet betaalde rekeningen. Voor de onderneming vormen zij een manier om de activa te financieren. De post crediteuren staat daarom op de balans onder de passiva. Het betreft vreemd vermogen.
Current ratio
De current ratio is een kengetal voor het meten van de liquiditeit van de organisatie. De current ratio geeft de mate aan waarin de kortlopende schulden op korte termijn kunnen worden afgelost.
[ Terug naar de inhoudsopgave... ]
Debiteuren
In de boekhouding is een debiteur een persoon of een bedrijf dat moet betalen voor geleverde goederen of diensten. Op de balans van een onderneming staat het totaal van de nog niet betaalde rekeningen opgenomen onder de post debiteuren. Het is een tegoed van de onderneming. Het staat bij de activa op de balans.
Detachering
Detachering is het uitlenen van werknemers aan een derde partij. Een detacheringsbedrijf verschilt van een uitzendbureau daarin dat een detacheerder alleen maar mensen in eigen dienst heeft. Een uitzendbureau heeft zowel mensen in dienst als mensen die tijdelijk worden uitgezonden.
Diensttijd
De periode die een werknemer aaneengesloten een arbeidsovereenkomst of dienstverband heeft of had bij dezelfde werkgever.
Directe kosten
Kosten die direct kunnen worden toegerekend aan een product of dienst op grond van een directe technische of organisatorische relatie.
Dochteronderneming
Een dochteronderneming is een onderneming waarin een andere onderneming een controlerend belang heeft. Een controlerend belang wil zeggen dat de moedermaatschappij zeggenschap heeft op grond van een direct en/of indirect aandelenbezit. Voor een juridische definitie zie: Het Burgerlijk wetboek, Boek 2, Titel 1, artikel 24a.
[ Terug naar de inhoudsopgave... ]
Eigen vermogen (EV)
Het eigen vermogen bestaat uit het aandelenkapitaal plus de reserves. Het betreft het verschil tussen de totale activa en het vreemd vermogen (VV).
Equitypartner
Een partner die middels een partnership mede-eigenaar is van het bedrijf en recht heeft op een deel van de uitkeerbare winst van het partnerschap.
[ Terug naar de inhoudsopgave... ]
Factoring
Factoring is een vorm van debiteurenfinanciering, waarbij de debiteurenportefeuille wordt uitbesteed aan een extern bedrijf dat zorgt voor de afhandeling van de debiteuren. De factor ontvangt meestal een percentage van de omzet. Het bedrijf dat de debiteuren uitbesteedt ontvangt direct bij verkoop de omzet minus het percentage van de factormaatschappij.
Faillissement
Faillissement is een vorm van beslag op het gehele vermogen van de failliet ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers. Indien een rechtspersoon of een natuurlijk persoon niet langer aan zijn/haar betalingsverplichtingen kan voldoen (insolvent is), kan de rechtbank het faillissement uitspreken. Daarbij wordt door de rechtbank een curator benoemd. De taak van de curator is in beginsel het te gelde maken van het vermogen van de schuldenaar, om de opbrengst daarna te verdelen onder de schuldeisers. Faillissement is, met andere woorden, een collectieve verhaalsprocedure.
Financiering
Het voorzien in de vermogensbehoefte van bedrijven. De financiering van de onderneming is de manier waarop het totale vermogen van de onderneming is samengesteld. Het gaat er dus om welk deel van het totale vermogen bestaat uit eigen vermogen en welk deel uit vreemd vermogen. Het vreemd vermogen bestaat uit langlopende schulden en uit kortlopende schulden.
Formatieplan
Een overzicht van de functies in de organisatie. Het vastleggen van de besteding van personele middelen per functie en per werkplek.
Functie
Verbijzondering van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden die opgedragen zijn aan de werknemer.
Het functiegebouw
Het functiegebouw beschrijft alle voorkomende functies binnen de organisatie.
Functionele indeling / organisatiestructuur
Organisatiestructuur waarbij verbijzondering (groepering) plaatsvindt op basis van functies. Afdelingen zijn bijvoorbeeld Inkoop, Productie, Marketing, Verkoop en Administratie.
Fusie
Een fusie is het samengaan van zelfstandige eenheden. Dit kunnen allerlei soorten organisaties betreffen. Een juridische fusie houdt in dat twee (of meer) rechtspersonen opgaan in één nieuwe rechtspersoon. Aandeelhouders van de fuserende vennootschappen worden van rechtswege aandeelhouder in de nieuwe vennootschap. Een fusie is fiscaal gezien vaak vervelend. Volgens het belastingstelsel is er namelijk sprake van een overdracht, waardoor de waarde in het economisch verkeer in aanmerking moet worden genomen.
[ Terug naar de inhoudsopgave... ]
Garantievermogen
Het garantievermogen van een onderneming is het eigen vermogen (aandelenkapitaal plus reserves) en achtergesteld vreemd vermogen (achtergestelde leningen en (bij banken) achtergestelde deposito's). Het garantievermogen dient tot zekerheid dat de gewone schuldeisers bij een faillissement betaald krijgen. Hierbij ontstaat de paradox dat een onderneming meestal pas failliet wordt verklaard, als er te weinig geld is om alle schuldeisers te betalen. Voor banken is de verhouding tussen garantievermogen en totaal vermogen een belangrijke maat voor de beoordeling van de solvabiliteit van de onderneming. Is deze verhouding in de ogen van de bank te laag, dan zal de bank niet bereid zijn het bedrijf een (nieuwe) lening te verstrekken. De bank vreest dan dat het bij een onverhoopt faillissement zijn geld niet meer zal terugzien, en dat risico wil de bank niet nemen.
GBIO
Het GBIO was het scholingsfonds voor medezeggenschap. De middelen komen uit een heffing op de loonsom van OR-plichtige bedrijven. Het GBIO geeft zelf geen cursussen, maar verstrekt een bijdrage voor cursussen die aan bepaalde voorwaarden voldoen. Deze subsidie wordt GBIO-bijdrage genoemd. In 2013 is de GBIO-bijdrage vervallen. De heffing op de loonsom is reeds per 1 januari 2012 vervallen.
Geografische indeling / organisatiestructuur
Organisatiestructuur waarbij verbijzondering plaatsvindt op basis van geografische gebieden. Afdelingen of business-units zijn gerelateerd aan deze gebieden. Bijvoorbeeld afdelingen Middle-east, Asia, North-America, etc.
Graaicultuur
Het woord graaicultuur is tijdens de kredietcrisis een modewoord geworden. Het betreft een cultuur waarbij met name bestuurders maatschappelijk onverantwoord omgaan met het aanwezige vermogen waarover de organisatie beschikt ten einde het eigen privévermogen te verbeteren.
Groeistrategie
(Marketing)strategie waarbij de organisatie groei nastreeft. Voorbeelden zijn marktpenetratie, marktontwikkeling, productontwikkeling en diversificatie.
[ Terug naar de inhoudsopgave... ]
Herwaardering
Boekhoudtechniek waarbij de waarde van een bedrijfsmiddel opnieuw wordt vastgesteld.
Holding
Een holding is een houdstermaatschappij. Een holding neemt deel in het aandelenkapitaal van werkmaatschappijen. De holding brengt zelf geen producten of diensten op de markt.
Hoofdelijke aansprakelijkheid
Hoofdelijke aansprakelijkheid is dat, als u of meerdere personen met wie u een bepaalde relatie heeft, persoonlijk kunnen worden aangesproken op het voldoen van een lening of schulden. Degene die wordt aangesproken voor het geheel heeft overigens wel regres op zijn medeschuldenaren, dat wil zeggen hij kan het deel waarvoor hij "teveel" is aangesproken bij die medeschuldenaren opeisen.
[ Terug naar de inhoudsopgave... ]
Informatierecht
Conform art. 31, WOR heeft de OR informatierecht. De bestuurder is verplicht desgevraagd aan de ondernemingsraad en aan de commissies van die raad tijdig alle inlichtingen en gegevens te verstrekken die deze voor de vervulling van hun taak redelijkerwijze nodig hebben.
Indirecte kosten
Indirecte kosten zijn kosten die niet direct kunnen worden toegerekend aan een product of dienst op grond van een directe technische of organisatorische verhouding. Indirecte kosten die oorzakelijk samenhangen met de voortbrenging van een product of dienst (bijvoorbeeld kosten van hulpstoffen) worden meestal via een bepaalde verhouding toegerekend aan het product of de dienst.
Niet oorzakelijk samenhangende kosten (bijvoorbeeld administratiekosten en andere algemene kosten) worden volgens min of meer willekeurige verdeelsleutels toegerekend aan de totale kosten van het eindproduct of de dienst.
Initiatiefrecht
De OR mag zelf initiatieven indienen. Zie art. 23 lid 3 WOR. Spelregels zijn:
- Het initiatief moet schriftelijk, voorzien van een toelichting, ingediend worden.
- Het voorstel moet in tenminste één overlegvergadering besproken worden.
- De bestuurder moet schriftelijk aangeven in hoeverre het wordt overgenomen of niet.
Instemmingsrecht
Bestuurders moeten voor bepaalde besluiten instemming van de OR hebben. In beginsel mag de werkgever zonder instemming geen uitvoering geven aan het besluit. De OR heeft een vetorecht. Het instemmingsrecht van de OR staat omschreven in art. 27 WOR. Het instemmingsrecht van de OR heeft betrekking op het sociaal beleid van de Het is van toepassing voor elk voorgenomen besluit tot vaststelling, wijziging of intrekking van regelingen op het gebied van het sociaal beleid. Artikel 27 geeft een limitatieve opsomming van onderwerpen. Het instemmingsrecht geldt louter en alleen voor de vermelde thema's.
Interne sollicitatieprocedure
Beschrijving van de regels en de gang van zaken bij werving en selectie van interne kandidaten voor vacante functies.
Investeringen
Een investering is vermogen dat gebruikt wordt ten behoeve van beleggingen (bijvoorbeeld in aandelen of andere waardepapieren) of ten behoeve van de aankoop van duurzame productiemiddelen (bijvoorbeeld machines, gebouwen, etc.) of voor de financiering van activiteiten. Vermogensverschaffers investeren teneinde een meeropbrengst te verkrijgen.
[ Terug naar de inhoudsopgave... ]
Jaarrekening
De jaarrekening geeft een overzicht van de financiële situatie van een bedrijf in een boekjaar. De jaarrekening bestaat uit de balans, winst- en verliesrekening (resultatenrekening), een toelichting, het kasstroomoverzicht en veelal is ook een accountantsverklaring toegevoegd.
Jaarverslag
Het jaarverslag is een overzicht van wat er in een jaar is gebeurd binnen en rondom een organisatie. Veelal treft u er ook een financiële verantwoording, de zogenoemde jaarrekening.
[ Terug naar de inhoudsopgave... ]
Kengetal
Een kengetal is een indicator voor een belangrijke functie of eigenschap. Een kengetal wordt gebruikt ter vergelijking. Men kan bijvoorbeeld de financiële gegevens uit de jaarrekening analyseren met behulp van kengetallen voor liquiditeit, solvabiliteit en rendement. Veel organisatie werken met KPI's. Deze Key Performance Indicators zijn een voorbeeld van kengetallen.
Kennismanagement
Kennismanagement is het management van de aanwending van kennis als productiefactor. Bij werknemers is kennis aanwezig over het bedrijf en de gebruikte processen. Een analyse hiervan is de basis voor het formuleren van een kennisstrategie, die volgens sommigen bestaat uit de vijf onderdelen kennisborging, kennisdistributie, kenniscreatie, kenniscombinatie en kennisdispositie.
Kostenplaats
Een kostenplaats is een eenheid binnen de organisatie, die in de boekhouding worden gebruikt om kosten op te boeken. Voorbeelden zijn een afdeling, een project of een activiteit.
[ Terug naar de inhoudsopgave... ]
Leasing
Financiering en dienstverlening waarbij het gebruik van een zaak voor langere tijd wordt afgestaan tegen betaling van een periodieke vergoeding. Degene die least krijgt wel de beschikking, maar niet de juridische eigendom. Voordeel van leasing is dat de organisatie geen hoge investering hoeft te doen voor de aanschaf. Er bestaan verschillende vormen van leasing.
Liquide middelen
De liquide middelen bestaan uit de som van kasgeld en giro- en banksaldi, de waarde van cheques en wissels van een onderneming. Liquide middelen zijn onderdeel van de balanspost vlottende activa.
Liquiditeit
Liquiditeit is het vermogen van een onderneming om op korte termijn aan zijn betalingsverplichtingen te voldoen.
Liquiditeitsprognose / liquiditeitsbegroting / liquiditeitsplanning
De liquiditeitsbegroting is een overzicht van ontvangsten en uitgaven in een komende periode. De liquiditeitsbegroting is een middel om de ontwikkeling en behoefte aan liquiditeit te monitoren.
[ Terug naar de inhoudsopgave... ]
Management
Functie of activiteit binnen een organisatie. Manus is Latijn voor in de hand houden. Veelal wordt een leidinggevende activiteit bedoeld. Met het management wordt meestal het bestuur - hoger en middenkader - van een organisatie bedoeld.
Medezeggenschap
Medezeggenschap is het uitoefenen van invloed op de (arbeids)omstandigheden, arbeidsrelatie en de organisatie door werknemers. Medezeggenschap betrekt werknemers bij besluiten in de onderneming. Medezeggenschap is verankerd in de grondwet en bijvoorbeeld de Wet op de ondernemingsraden.
Medezeggenschapsorgaan
Ondernemingsraad, Centrale Ondernemingsraad (COR), Gemeenschappelijke Ondernemingsraad (GOR), Onderdeelscommissie (OC), Personeelsvertegenwoordiging (PVT).
(Bedrijfs)middel
Zaak die in een onderneming gebruikt wordt als productiemiddel en die niet is aangekocht om te verkopen. Op de meeste bedrijfsmiddelen wordt afgeschreven Een gebruikte indeling van bedrijfsmiddelen is men, money, material, management en machines.
Moederonderneming
Een moederonderneming / moederorganisatie is een organisatie die zeggenschap uitoefent over een dochteronderneming op basis van direct en/of indirect aandelenbezit.
[ Terug naar de inhoudsopgave... ]
Netto-bedrijfsresultaat
Het netto-bedrijfsresultaat, ook wel het resultaat na belastingen genoemd, is het saldo van alle opbrengsten en kosten gedurende een periode. Dat wil zeggen: het bedrijfsresultaat vermeerderd met het saldo van de financiële kosten en opbrengsten, het saldo van de buitengewone baten en lasten, en verminderd met de belastingen.
Netto-winst
De netto-winst of het netto-verlies is gelijk aan het netto-bedrijfsresultaat.
[ Terug naar de inhoudsopgave... ]
Omlooptijd van de crediteuren
De omlooptijd van de crediteuren is een maat voor de gemiddelde tijd voor het betalen van ontvangen rekeningen.
Omlooptijd van de debiteuren
De omlooptijd van de debiteuren is een maat voor de gemiddelde tijd voor het innen van vorderingen.
Omzet
Het totaalbedrag van verkopen van een bedrijf (organisatie, rechtspersoon) in een bepaalde periode. Omzet bestaat uit twee componenten, te weten prijs x afzet.
Ondernemer
De natuurlijke persoon of de rechtspersoon die een onderneming in stand houdt
Onderneming
Een onderneming conform de WOR is elk in de maatschappij als zelfstandige eenheid optredend organisatorisch verband waarin krachtens arbeidsovereenkomst of krachtens publiekrechtelijke aanstelling arbeid wordt verricht
Ondernemingsfinanciering / corporate finance
Dit is de primaire taak van de treasury die bestaat uit het financieren van een onderneming op lange termijn. De treasury zal binnen de onderneming moeten opereren vanuit het oogpunt van de vermogensmarkt waar men het kapitaal moet aantrekken. De treasury zorgt ervoor dat de onderneming financierbaar blijft voor de vermogensmarkt. Er is een spanningsveld tussen het rendement en het risico van een financieringsstrategie. Corporate finance is de Engelse term voor ondernemingsfinanciering.
Outplacement
Outplacement bestaat onder meer uit de begeleiding bij het zoeken van een nieuwe baan en de emotionele verwerking van baanverlies.
Overlegvergadering
De overlegvergadering is het periodieke overleg tussen de bestuurder en het medezeggenschapsorgaan. In de overlegvergadering wordt tenminste twee maal per jaar de algemene gang van zaken van de organisatie besproken. De bestuurder deelt de OR mee welke besluiten in voorbereiding zijn. Daarbij worden afspraken gemaakt hoe en wanneer de ondernemingsraad in de besluitvorming betrokken wordt.
Overzicht van herkomst en besteding van middelen
Dit is een lijst met herkomst en bestedingen van liquide middelen. Dit overzicht verklaart de verschuivingen die gedurende het boekjaar op zijn getreden in de balans.
Bij de herkomst van middelen wordt gekeken naar veranderingen in het vermogen, de passiefzijde van de balans. Als er winst wordt gemaakt en/of een nieuwe lening wordt aangetrokken, krijgt de onderneming de beschikking over een hoeveelheid geld. Dat geldt ook voor de afschrijvingen, de jaarlijkse waardevermindering van de vaste activa. Deze worden in het overzicht van de herkomst van middelen opgeteld bij de andere vormen van vrij besteedbaar vermogen. Gezamenlijk worden deze veranderingen in het vrij besteedbaar vermogen de cash-flow genoemd.
[ Terug naar de inhoudsopgave... ]
Passende functie
Een functie die de werknemer redelijkerwijs in verband met zijn competenties, persoonlijkheid en omstandigheden kan worden opgedragen en die hij bereid is te vervullen.
Passiva
De activa van de onderneming worden gefinancierd met kapitaal uit diverse bronnen. Dit kapitaal noemt men de passiva. Deze staan opgesomd aan de rechterzijde (passiva of creditzijde) van de balans.
Product-indeling
Organisatiestructuur waarin afdelingen of business-units gegroepeerd zijn rond producten. Afdelingen dragen vaak de naam van de productgroep of het product dat men vertegenwoordigd. Ook wel p-indeling genoemd.
[ Terug naar de inhoudsopgave... ]
Quick Ratio
De Quick Ratio, of acid test ratio, is een kengetal voor het meten van de liquiditeit. Het geeft de mate aan waarin de verschaffers van het kort vreemd vermogen uit de vlottende activa kunnen worden betaald. Vuistregel is dat een gezonde Quick Ratio ligt tussen 0,5 en 1.
[ Terug naar de inhoudsopgave... ]
Rekening-courantkrediet
Rekening-courantkrediet is een vorm van doorlopend krediet. Het is een rekening bij de bank waarop de onderneming tot een bepaald niveau een negatief saldo mag hebben. Meestal verlangt de bank zekerheden voor de verlening van een rekening-courantkrediet.
Rentabiliteit
Onder rentabiliteit verstaat men de verhouding tussen een inkomen (winst) en het vermogen dat dit inkomen heeft verdiend. De rentabiliteit is een belangrijke maatstaf voor beslissingscalculaties op de lange termijn. Voorbeelden zijn Return on Investment (ROI), Rendement op het totale vermogen (RTV), etc. Meer informatie over de berekening vindt u op Wikipedia
Reorganisatie
Bedrijven veranderen voortdurend. Een reorganisatie is een versnelling in dit veranderingsproces. Een reorganisatie is een verandering in of van een organisatie. De term wordt veel gebruikt als er binnen bedrijven mensen ontslagen gaan worden. Tip: reorganiseren lost het kernprobleem niet op!
[ Terug naar de inhoudsopgave... ]
Schulden op korte termijn
Schulden op korte termijn, ook wel kort vreemd vermogen, kortlopende schulden of vlottende passiva genoemd, zijn leningen met een looptijd tot een jaar
Schulden op lange termijn
Schulden op lange termijn (ook wel lang vreemd vermogen) zijn leningen met een looptijd langer dan een jaar.
Solvabiliteit
Solvabiliteit is het vermogen van een bedrijf om aan zijn verplichtingen tegenover zijn vermogensverschaffers te voldoen. De solvabiliteit wordt uitgedrukt in een kengetal. Veelal wordt als kengetal de verhouding tussen het totale vermogen en het vreemd vermogen gehanteerd. Vermogensverschaffers baseren hun bereidheid tot financiering op de solvabiliteit.
[ Terug naar de inhoudsopgave... ]
Taylor
Frederick Winslow Taylor (20 maart 1856 - 21 maart 1915) was een Amerikaans werktuigbouwkundig ingenieur die de industriële efficiëntie probeerde te verbeteren. Hij wordt beschouwd als de vader van wetenschappelijk management (scientific management) en was een van de eerste managementconsultants. Henry Ford volgde veel van zijn principes bij de ontwikkeling van de lopende band.
Terugverdientijd
De tijd die verloopt tussen het moment van investeren en het moment waarop de door deze investering veroorzaakte kasstromen gelijk zijn aan de investering. Organisaties hanteren verschillende terugverdienmodellen aan de hand van de strategie die men volgt ten aanzien van de investering.
Totale vermogen
Dit is het totaal van het eigen vermogen en het vreemd vermogen, ofwel het balanstotaal.
[ Terug naar de inhoudsopgave... ]
Uitbesteden / outsourcing
Activiteiten door derden (buiten de eigen organisatie) tegen vergoeding uit laten voeren.
[ Terug naar de inhoudsopgave... ]
Variabele kosten
Variabele kosten zijn kosten die vari¨ren met de productieomvang.
Vaste activa
Bezittingen die langer dan een jaar tot de beschikking van de organisatie staan.
Vaste kosten
Vaste kosten zijn kosten die bij een gegeven capaciteit van de onderneming stabiel blijven. Ook bij stilstand blijven van de productie lopen deze kosten stabiel door. Denk aan huur van een bedrijfspand dat op de vrije zondag evenveel kost als op een werkdag.
Vermogensverschaffer
Vermogensverschaffers vallen uiteen in de verschaffers van het eigen vermogen van de onderneming en de verschaffers van het vreemd vermogen.
Vlottende activa
De vlottende activa zijn bezittingen van de onderneming welke binnen 1 jaar omgezet worden in liquiditeit (geld).
Vlottende passiva
De vlottende passiva zijn onderdeel van het vreemd vermogen. Het zijn schulden met een looptijd van maximaal een jaar.
Voorraad
De voorraden zijn de grondstoffen, hulpstoffen en eindproducten die eigendom zijn van de organisatie en die bedoeld zijn voor de verkoop c.q. omzet. De voorraden zijn onderdeel van de vlottende activa.
[ Terug naar de inhoudsopgave... ]
Waardering
Waardering is de bepaling van de waarde van de activa uitgedrukt in een valuta. Er zijn diverse methoden voor waardering.
Werkkapitaal
Het (netto-)werkkapitaal is een kengetal voor de liquiditeit. Het is het verschil tussen vlottende activa en vlottende passiva. Het werkkapitaal geeft een indicatie van de hoeveelheid middelen die het bedrijf op korte termijn beschikbaar heeft om, ook als alle kortlopende schulden worden afgelost, de nodige uitgaven te doen om het bedrijf draaiende te houden.
Werkkapitaal-ratio
De werkkapitaal-ratio is een kengetal voor de liquiditeit. De werkkapitaal-ratio is de verhouding tussen de omvang van het werkkapitaal aan de omvang van het totale vermogen van het bedrijf.
Werkkostenregeling
Fiscale regeling omtrent vergoedingen en verstrekkingen die de werkgever vrijgesteld dan wel belast aan de werknemer kan doen.
Werkzaam Vermogen
Het werkzaam vermogen is het totale vermogen minus de vlottende passiva.
Wettelijke uitkeringen
De basis-, verlengde- en de vervolguitkering ingevolge de Werkloosheidswet (WW), de uitkering ingevolge de Toeslagenwet (TW) en de uitkering ingevolge de wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) alsmede de ZW (Ziektewet) en de AAW/WAO (Wet Arbeidsongeschiktheid). Als netto wettelijke uitkeringen worden beschouwd de voornoemde uitkeringen, vermeerderd met de overhevelingstoeslag, verminderd met de verplichte inhoudingen.
Winst- en Verliesrekening
De winst- en verliesrekening (resultaatrekening) is een overzicht van de opbrengsten en kosten in een periode.
Winstreserve
De winstreserve is het deel van de reserves van een onderneming dat is gevormd door niet uitgekeerde (ingehouden) winst. Reserves worden aangelegd voor toekomtige investeringen of verwachte tegenvallers.
[ Terug naar de inhoudsopgave... ]
[ Terug naar de inhoudsopgave... ]
[ Terug naar de inhoudsopgave... ]
Zeggenschap
Inspraak of stemrecht in het beleid van een organisatie. De Algemene vergadering van aandeelhouders (AVA) heeft zeggenschap over de vennootschap en de door haar in stand gehouden onderneming.
Zeggenschapsstructuur
Wijze waarop de zeggenschap in een organisatie juridisch verdeeld is. In de statuten van een vennootschap is de zeggenschapsstructuur vastgelegd. De regelt de (mede)zeggenschap voor werknemers die niet op het hoogste niveau in de organisatie acteren. Partijen zijn commisarissen, eigenaren (aandeelhouders), directieleden, management en werknemers (medezeggenschap).
Meer info?
Vragen of interesse? Vul het contactformulier in of bel (033) 844 72 10. Wij zijn u graag van dienst!